donderdag 19 juni 2008

Bericht aan weldenkend links

.
DS: Opinie
zaterdag 2 februari 2008

Bericht aan weldenkend links

WAAROM WIJ HET HOOFDDOEKENVERBOD VERDEDIGEN

Nogal wat linkse intellectuelen verdedigen in naam van de emancipatie het islamitische recht op de mildste vorm van terrorisme: vrouwenonderdrukking. Aldus Barnard en Van Istendael. mh
De discussie over het hoofddoekverbod moet ook gaan over het wezen van de islam, betogen Benno Barnard en Geert van Istendael . 'De moderne islam is diepgaand door het nazisme geconditioneerd, onder meer via de Egyptische Broederschap.'
Enkele dagen geleden werd ons per e-mail een petitie tegen het recente hoofddoekenverbod in Lier toegestuurd. Het had ook Gent of Antwerpen kunnen zijn; het betrof dezelfde linkse strijd tegen onverdraagzaamheid.

Wij antwoordden het meegestuurde adressenbestand - waartoe schrijvers behoorden, filosofen en sociologen, de belangrijkste kranten en televisieredacties, en enkele oude marxisten, onder wie sympathisanten van de alliantie tussen de PvdA en de AEL - dat wij verklaarde vijanden van het Vlaams Belang waren en tegelijkertijd publieke voorstanders van het hoofddoekenverbod. Ook schreven we dat weldenkend links onze islamitische zusters in de steek liet en dat de meeste linkse intellectuelen niets schenen af te weten van de islam.

Stel dat we bij wijze van vermetel gedachte-experiment zouden hebben durven beweren dat het islamitische terrorisme zich tot de Koran verhield als de terreur van de SS tot Mein Kampf, het verontwaardigde geschreeuw had niet luider kunnen zijn.

Onze opvatting was antisociaal, kleinburgerlijk, antidemocratisch en vanzelfsprekend racistisch.

Het is vreemd hoe benauwend de oneindige ruimte van het internet kan worden.

Dat café werd ons dus te vol - maar buiten bleven we verder praten met de schrijver Jeroen Olyslaegers, die opwierp dat het neutraliteitsbeginsel van de overheid in het geding was, 'want juist door het hoofddoekenverbod heeft de stedelijke overheid van Antwerpen, Gent en nu ook Lier haar eigen neutraliteit gecompromitteerd', meende hij.

We herhalen hier dat wij grote voorstanders zijn van het Franse model van de lekenstaat. Met de persoonlijke levenssfeer van ambtenaren hebben we niets te maken. Na een ontwikkeling van tweehonderd jaar - nee, tweeduizend jaar - hebben wij Europeanen de publieke sfeer eindelijk van de persoonlijke afgebakend en een soort evenwicht bereikt tussen de res publica en de religio. Het zou wel erg onverstandig zijn dat op te geven.

Maar de kwestie is veel ingewikkelder.

Wat wij en vele andere fatsoenlijke en niet geheel irrationele intellectuelen bedoelen, is dat de discussie ook over het wezen van de islam moet gaan. Veel linkse vrienden verkiezen een blakende onwetendheid omtrent die godsdienst. Maar het is absoluut noodzakelijk te begrijpen dat onze termen - al onze dierbare civiele vrijheden, waar het neutraliteitsbeginsel een structurerend principe van is - betekenisloos zijn binnen de theologische ruimte van de Profeet.

De islam verkondigt een volstrekt andere visie op de religieuze en politieke werkelijkheid dan het jodendom en christendom, de godsdiensten waarop de Profeet zich gebaseerd heeft en die hij in zijn Koran te vuur en te zwaard bestrijdt. Het allerfundamenteelste verschil bestaat in de theologische kern: de god van Abraham en Christus is onderworpen aan de gerechtigheid. Hij kan zelfs debatten met zijn schepselen verliezen; en dat gebeurt dan ook in allerlei vaak grappige passages in de Bijbel en de talmoed.

Op dit punt roept steevast iemand ter linkerzijde: 'Kruistochten! Inquisitie!'

Het feit dat zijn schepselen God misbruikt hebben voor dergelijke zaken valt zeer te betreuren. Maar de westerse dialectische traditie heeft gemaakt dat iedere moderne christen of jood van enig intellectueel niveau zich doodschaamt voor het bloed dat aan zijn erfenis kleeft.

Allah daarentegen is boven alles verheven, inclusief de gerechtigheid. En waar de god van Abraham en Christus de mens de vrije wil heeft geschonken, grijpt Allah permanent in. 'Insjallah!' is geen holle kreet, maar de uitdrukking van een elementaire overtuiging: alles, letterlijk alles, gebeurt omdat Allah het wil. Daarmee voert de islam ons via Mekka naar een interpretatie van de wereld terug die van lang voor het schrift dateert.

Het lijkt ons hoogstnoodzakelijk dat Europa zich grondig informeert over de islam. Want de houding van veel linkse intellectuelen getuigt van een onbewust etnocentrisme, wat des te onbegrijpelijker is omdat ze zo luid de verderfelijkheid van datzelfde etnocentrisme prediken. Blijkbaar zijn ze volstrekt niet in staat zich voor te stellen dat een islamiet anders, maar dan ook werkelijk totaal anders denkt dan een welwillende, linkse, antikatholieke Vlaamse intellectueel. Mogelijk is dat het gevolg van een diep begraven koloniaal schuldgevoel, maar dat onderwerp voert ons hier te ver.

Olyslagers intussen verdacht ons van een grondeloos pessimisme. 'Hoe kan een mens nog redelijk denken wanneer hij voortdurend de doodsklokken over het Avondland hoort beieren?', vroeg hij zich bedroefd af.

Dat valt geweldig mee - maar intussen is het een treurig idee dat we ook binnen de Europese termen voortdurend langs elkaar heen praten.

En dan hebben we het moeilijkste van alles nog verzwegen.

'Islamofascisme' is geen loze term van extreem-rechts of afvallig links. De moderne islam is diepgaand door het nazisme geconditioneerd, onder meer via de Egyptische Broederschap. Die beweging heeft zich in de jaren dertig rechtstreeks door Mein Kampf laten beïnvloeden en is zelf weer de inspirator geworden van Al Qaeda, Hamas en aanverwante gezelligheidsverenigingen.

Een voorbeeld van de invloed van het nazisme op het islamisme is 11 september 2001. Albert Speer rapporteert in zijn dagboeken hoe Hitler luidop droomde van zelfmoordvliegtuigen die zich op Manhattan zouden storten, de hoofdstad van het wereldjodendom. Het is volgens de Duitse politicoloog Matthias Küntzel, specialist in het islamitische antisemitisme, maar al te waarschijnlijk dat Al Qaeda het plan voor 11 september gewoon van de Führer heeft overgenomen.

Al Qaeda en de sharia zijn logische consequenties van de versteende godsdienst die islam heet en die zich al duizend jaar met hand en tand verzet tegen iedere vrije interpretatie van de geopenbaarde teksten. Anderzijds zijn de Verlichting en de democratie uit het bloed van de Europese geschiedenis geboren - niet als kinderen van Rome misschien, maar wel van het protestantisme en het jodendom, met hun traditie van dialectiek en zelfstandige tekstinterpretatie.

Gelukkig zijn de meeste islamieten in religieus opzicht lauw. Zoals het gros van de mensen, christelijk en anderszins, zijn ze voornamelijk geïnteresseerd in het leven van alledag, in een dak, brood, werk, vriendelijkheid. De doekjes op het hoofd van hun vrouwen en dochters vormen geen bedreiging van de openbare veiligheid. Maar elke hoofddoek zegt hetzelfde: ik ben als vrouw, hoewel een mindere, verantwoordelijk voor de seksuele zelfbeheersing van mannen.

Nogal wat linkse intellectuelen verdedigen dus in naam van de emancipatie het islamitische recht op de mildste vorm van terrorisme: vrouwenonderdrukking.

'Keuzevrijheid!' roept links met schrille stem.

Europa zou zichzelf nog opheffen uit respect voor zijn eigen principes.
_____________________
Benno Barnard en Geert van Istendael zijn schrijvers
.

De blakende onwetendheid van Barnard en Van Istendael

.
DS, Opinie
woensdag 6 februari 2008

De blakende onwetendheid van Barnard en Van Istendael

Hoe kleiner de kennis, hoe vlotter de pen, dacht HERMAN DE LEY bij lectuur van het 'Bericht aan weldenkend links' van Benno Barnard en Geert van Istendael. 'Deze heren waren beter aan hun cafétoog blijven hangen.'


Dat woordkunstenaars zich door taal laten meeslepen mag niet verbazen, maar in hun opiniestuk (DS 2 februari) gaat het om méér dan een onschuldige oefening in retoriek. Wat hier een literair kleedje krijgt aangetrokken, is het oude, manicheïstische denkpatroon ten aanzien van de islam en moslims. De boodschap is steeds dezelfde: Europa dient gered van een religie die voor het tegendeel staat van al onze dierbare civiele vrijheden. Dialoog is uitgesloten: een islamiet (denkt) anders, maar dan ook totaal anders… dan een welwillende, linkse, antikatholieke Vlaamse intellectueel. Die intellectuelen weten niets af van de islam. Erger nog: zij verkiezen een blakende onwetendheid.

Het opiniestuk van onze schrijvers is niet onschuldig: het is een oproep voor intolerantie en xenofobie. In het hoofddoekendebat, zo luidt het, moet uitgegaan worden van 'het wezen van de islam'. Nog voor wij ons kunnen afvragen wat dat 'wezen' dan wel zou zijn, onthullen zij ons het antwoord dank zij een 'expertise' die 'weldenkend links' schromelijk ontbeert, maar die jammer genoeg ook komaf maakt met de godsdienstsociologie en haar afwijzing van alle essentialisme. Vanuit sociologisch en historisch oogpunt, inderdaad, staan onze poëten, zoals de keizer, in hun blootje onder hun volzinnen. Niet gehinderd door wetenschappelijke terughoudendheid peroreren zij over 'het allerfundamenteelste verschil… in de theologische kern' van enerzijds judaïsme en christendom en anderzijds de islam: het onderworpen-zijn van de bijbelse God 'aan de gerechtigheid'. Abraham? Job? Augustinus? Of wat met de Moe'tazila, de islamitische theologische school die Gods rechtvaardigheid juist centraal stelde? Vandaag kent dat moe'tazilisme een revival en inspireert het vernieuwingsdenkers in de moslimwereld. Of nog inzake de geschiedenis van de islam: het instituut van de dhimma, dat in voege was tot aan het kolonialisme: de islam is de énige die het bestaansrecht van andere religieuze gemeenschappen theologisch erkend heeft.

Onze beide heren schuwen evenmin de beproefde tactiek van de twee maten: inzake islam worden alle gelovigen over eenzelfde kam geschoren: die van een 'sedert duizend jaar versteende' godsdienst; religieuze 'lauwheid' is nog het beste dat we van moslims mogen verhopen. Tegenover jodendom en christendom luidt het anders: wat bij de moslims 'lauwheid' heet, heet hier erkenning van 'een soort evenwicht… tussen de res publica en de religio'. En wat de bloedige geschiedenis betreft van Europa, worden wij gerustgesteld met de dooddoener 'dat iedere moderne christen of jood van enig intellectueel niveau zich doodschaamt voor het bloed dat aan zijn erfenis kleeft'. Voor moderne moslims 'van enig intellectueel niveau' is er geen plaats. De Arkouns, Aboe Zayds, An-Naims, Riffat Hassans, Talbi's, Zakariya's, Rana Kabbani's, Fatima Mernissi's, Amina Waduds, Ramadans, Meddebs', al-Jabri's, Laroui's, enzovoort. Maar ook de ontelbare, 'gewone' moslims en moslima's, die zich dagelijks actief inzetten voor ontwikkeling en emancipatie binnen onze pluralistische samenleving, zij mogen het allemaal vergeten. Zij zitten vast aan een 'versteende' religie. Maar dat is niet alles, wat de moderne islam betreft: de 'sedert duizend jaar versteende islam' werd, o paradox!, in de 20ste eeuw 'diepgaand geconditioneerd door het nazisme (en fascisme)'.Via Al Qaeda is de conclusie dan snel getrokken: alle moslims, vandaag, zijn op z'n minst 'verkapte' terroristen, met 'het islamitisch recht op… vrouwenonderdrukking nog als de mildste vorm van terrorisme'.

Wat die invloed van het nazisme betreft: het is een bekend feit dat bijvoorbeeld de grootmoefti van Jerusalem, Haj Amin al-Husseini, een fervent antisemiet was en de steun van de nazi's zocht (hij ontmoette Hitler in Berlijn, eind 1941; richtte een SS Moslim Divisie op die in Bosnië joden en partisanen uitmoordde, enz.). Volledigheidshalve echter dient aan dit plaatje toegevoegd dat ook zionistische terreurorganisaties toen nauwe contacten onderhielden met de nazi's: in Palestina zelf (Adolf Eichmann, in 1937) en in Berlijn. En misschien mag hier herinnerd worden aan de bijzondere methodes die zulke milities hanteerden (de Haganah, de Eenheid 101 van Sharon, e.a.) ten einde Palestina 'Arabiervrij' te maken?

Wat nochtans het meeste stoort, is het gemak waarmee beide heren omspringen met de Europese geschiedenis. Kruistochten! Inquisitie!, het worden kreten van iemand ter linkerzijde. Ze zijn 'zeer te betreuren' en we 'schamen ons dood'. Punt aan de lijn. Wat géén vermelding krijgt, is de judeocide: deze voor elke normale mens onvoorstelbaar gruwelijke uitmoording van 6 miljoen Europeanen - kinderen, vrouwen, mannen en ouderlingen - omwille van hun joods-zijn. Die ongeziene misdaad tegen de mensheid kwam er na de Verlichting en na de creatie van de lekenstaat. En neen, zij was niet zaak van Duitsers alleen: héél Europa was doordrongen van antisemitisme (zoals nu van anti-moslimisme) en de Endlösung vond in alle landen haar trawanten, ook in België.

Niet 'de islam' heeft haar op zijn geweten, wél 'christelijk Europa', als absoluut 'hoogtepunt' van 2000 jaar pogroms en jodenvervolging. Onze schrijvers bezondigen zich hier aan méér dan retoriek: door de aandacht te verplaatsen naar enkele islamistische bewegingen in het Midden-Oosten en tegelijk zedig te zwijgen over de eigen judeocide, wordt het perspectief volledig verdraaid: de schuldenlast wordt verlegd naar de moslims, als ging het om een zoveelste 'logische consequentie van de versteende godsdienst die islam heet'. Deze heren waren beter aan hun cafétoog gebleven.

Herman De Ley is voormalig directeur van het Centrum voor Islam in Europa (UGent)

Et si l’Europe ne devait pas ses savoirs à l’islam ?

.
Et si l’Europe ne devait pas ses savoirs à l’islam ?

Le Monde, 4 avril 2008

L’historien Sylvain Gouguenheim récuse l’idée que la science des Grecs ait été transmise à l’Occident par le monde musulman
Etonnante rectification des préjugés de l’heure, ce travail de Sylvain Gouguenheim va susciter débats et polémiques. Son thème : la filiation culturelle monde occidental-monde musulman. Sur ce sujet, les enjeux idéologiques et politiques pèsent lourd. Or cet universitaire des plus sérieux, professeur d’histoire médiévale à l’Ecole normale supérieure de Lyon, met à mal une série de convictions devenues dominantes. Ces dernières décennies, en suivant notamment Alain de Libera ou Mohammed Arkoun, Edward Saïd ou le Conseil de l’Europe, on aurait fait fausse route sur la part de l’islam dans l’histoire de la culture européenne. Que croyons-nous donc ? En résumé, ceci : le savoir grec antique - philosophie, médecine, mathématique, astronomie -, après avoir tout à fait disparu d’Europe, a trouvé refuge dans le monde musulman, qui l’a traduit en arabe, l’a accueilli et prolongé, avant de le transmettre finalement à l’Occident, permettant ainsi sa renaissance, puis l’expansion soudaine de la culture européenne. Selon Sylvain Gouguenheim, cette vulgate n’est qu’un tissu d’erreurs, de vérités déformées, de données partielles ou partiales. Il désire en corriger, point par point, les aspects inexacts ou excessifs.

« AGES SOMBRES »

Y a-t-il vraiment eu rupture totale entre l’héritage grec antique et l’Europe chrétienne du haut Moyen Age ? Après l’effondrement définitif de l’Empire romain, les rares manuscrits d’Aristote ou de Galien subsistant dans des monastères n’avaient-ils réellement plus aucun lecteur capable de les déchiffrer ? Non, réplique Sylvain Gouguenheim. Même devenus ténus et rares, les liens avec Byzance ne furent jamais rompus : des manuscrits grecs circulaient, avec des hommes en mesure de les lire. Durant les prétendus « âges sombres », ces connaisseurs du grec n’ont jamais fait défaut, répartis dans quelques foyers qu’on a tort d’ignorer, notamment en Sicile et à Rome. On ne souligne pas que de 685 à 752 règne une succession de papes... d’origine grecque et syriaque ! On ignore, ou on oublie qu’en 758-763, Pépin le Bref se fait envoyer par le pape Paul Ier des textes grecs, notamment la Rhétorique d’Aristote.
Cet intérêt médiéval pour les sources grecques trouvait sa source dans la culture chrétienne elle-même. Les Evangiles furent rédigés en grec, comme les épîtres de Paul. Nombre de Pères de l’Eglise, formés à la philosophie, citent Platon et bien d’autres auteurs païens, dont ils ont sauvé des pans entiers. L’Europe est donc demeurée constamment consciente de sa filiation à l’égard de la Grèce antique, et se montra continûment désireuse d’en retrouver les textes. Ce qui explique, des Carolingiens jusqu’au XIIIe siècle, la succession des « renaissances » liées à des découvertes partielles.
La culture grecque antique fut-elle pleinement accueillie par l’islam ? Sylvain Gouguenheim souligne les fortes limites que la réalité historique impose à cette conviction devenue courante. Car ce ne furent pas les musulmans qui firent l’essentiel du travail de traduction des textes grecs en arabe. On l’oublie superbement : même ces grands admirateurs des Grecs que furent Al-Fârâbî, Avicenne et Averroès ne lisaient pas un mot des textes originaux, mais seulement les traductions en arabe faites par les Araméens... chrétiens !
Parmi ces chrétiens dits syriaques, qui maîtrisaient le grec et l’arabe, Hunayn ibn Ishaq (809-873), surnommé « prince des traducteurs », forgea l’essentiel du vocabulaire médical et scientifique arabe en transposant plus de deux cents ouvrages - notamment Galien, Hippocrate, Platon. Arabophone, il n’était en rien musulman, comme d’ailleurs pratiquement tous les premiers traducteurs du grec en arabe. Parce que nous confondons trop souvent « Arabe » et « musulman », une vision déformée de l’histoire nous fait gommer le rôle décisif des Arabes chrétiens dans le passage des oeuvres de l’Antiquité grecque d’abord en syriaque, puis dans la langue du Coran.
Une fois effectué ce transfert - difficile, car grec et arabe sont des langues aux génies très dissemblables -, on aurait tort de croire que l’accueil fait aux Grecs fut unanime, enthousiaste, capable de bouleverser culture et société islamiques. Sylvain Gouguenheim montre combien la réception de la pensée grecque fut au contraire sélective, limitée, sans impact majeur, en fin de compte, sur les réalités de l’islam, qui sont demeurées indissociablement religieuses, juridiques et politiques. Même en disposant des oeuvres philosophiques des Grecs, même en forgeant le terme de « falsafa » pour désigner une forme d’esprit philosophique apparenté, l’islam ne s’est pas véritablement hellénisé. La raison n’y fut jamais explicitement placée au-dessus de la révélation, ni la politique dissociée de la révélation, ni l’investigation scientifique radicalement indépendante.
Il conviendrait même, si l’on suit ce livre, de réviser plus encore nos jugements. Au lieu de croire le savoir philosophique européen tout entier dépendant des intermédiaires arabes, on devrait se rappeler le rôle capital des traducteurs du Mont-Saint-Michel. Ils ont fait passer presque tout Aristote directement du grec au latin, plusieurs décennies avant qu’à Tolède on ne traduise les mêmes oeuvres en partant de leur version arabe. Au lieu de rêver que le monde islamique du Moyen Age, ouvert et généreux, vint offrir à l’Europe languissante et sombre les moyens de son expansion, il faudrait encore se souvenir que l’Occident n’a pas reçu ces savoirs en cadeau. Il est allé les chercher, parce qu’ils complétaient les textes qu’il détenait déjà. Et lui seul en a fait l’usage scientifique et politique que l’on connaît.
Somme toute, contrairement à ce qu’on répète crescendo depuis les années 1960, la culture européenne, dans son histoire et son développement, ne devrait pas grand-chose à l’islam. En tout cas rien d’essentiel. Précis, argumenté, ce livre qui remet l’histoire à l’heure est aussi fort courageux.

Roger-Pol Droit

woensdag 18 juni 2008

Creatief met corridor (Sinardet)

.
woensdag 18 juni 2008
Creatief met corridor

Identiteiten zijn flexibel, contextgebonden en permanent 'under construction'. Dat wist ik al langer. Maar nooit ondervond ik de theorie zo aan den lijve als het afgelopen jaar. Tijdens menig debat, discussie en gesprek over België. In Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Onder Vlamingen en onder Franstaligen, dikwijls onder beiden. Onder Belgen dus, als het ware.
Ik was mij bijvoorbeeld nooit zo bewust van een Vlaamse identiteit als in Wallonië en Brussel. Identiteit wordt deels bepaald door hoe anderen je zien en Franstaligen 'labelden' mij soms expliciet als Vlaming (letterlijk zelfs: in een Franstalig tv-journaal kreeg ik ooit het onderschrift 'politologue flamand' opgeplakt). Bovendien beschouwden sommigen mijn analyses blijkbaar als 'Vlaams', terwijl ik ze gewoon nuchter achtte: ja, men kan discussiëren over zin en onzin van taalterritorialiteit. Maar nee, dit heeft in wezen niets van doen met discriminatie of separatisme. En omdat Wallonië eentalig Frans zou blijven verzetten Franstaligen zich destijds mee tegen een veralgemeende tweetaligheid van België (mijn rol als analist weerhoudt mij er gelukkig van om 'jullie' te zeggen, maar scheelt het veel?). En nee, niet alle Vlamingen ('wij'?) zijn separatisten en racisten. Volgens alle betrouwbaar onderzoek wil maar één Vlaming op de tien van België af en stemde enkel een minderheid uit communautaire overwegingen. En extreem-rechts staat niet alleen sterk in Vlaanderen, maar pakweg ook in Frankrijk. Vlaanderen is echt wel meer dan wat vele Franstaligen ervan maken. (Boodschap aan minister Bourgeois: uw Vlaamse 'voorlichtingsambtenaar' bestaat al en zijn naam staat onder dit stuk).

Vanwege dezelfde uitspraken, maar in een Vlaamse context, bleek ik voor sommigen dan weer net géén goede Vlaming, of zelfs geen Vlaming tout court. Eén van mijn columns in deze krant leverde mij 'fanmail' op met de boodschap dat ik voor een Vlaams-nationalistische rechtbank moest verschijnen 'voor verraad van eigen volk'. Toen ik in een tv-debat uitlegde dat er enige spanning bestond binnen het kartel CD&V/N-VA over het aantreden van Leterme I kreeg ik door een CD&V-senator zelfs een 'Franstalig' etiket opgeplakt: dit was geen 'Vlaamse' analyse! Nochtans, van Aarlen tot Zeebrugge was alles wat zich maar een beetje Wetstraat-watcher noemt tot hetzelfde inzicht gekomen.

Nu zijn die extreme reacties niet representatief, want ruimschoots gecompenseerd door positieve en genuanceerde respons. Maar ze bepalen veel te sterk de Franstalige beeldvorming van Vlamingen. En dus ook weer van mezelf. Er zijn er al voor minder weggezonken in een identiteitscrisis.

Die licht schizofrene ervaringen leidden echter ook tot een sterker Belgisch bewustzijn. Nog nooit wisselde ik zoveel van gedachten met Vlamingen én Franstaligen, over België. Bovendien scherpte daardoor ook mijn besef aan dat Vlamingen en Franstaligen geen homogene ladingen dekken. Niet dat Belgen een minder heterogene groep vormen, maar dat beweert ook geen kat. (Trouwens, ik beperk mij tot de voor deze context relevante identiteiten en dat zijn daarom niet de belangrijkste: zoals het elke rechtgeaarde 'sinjoor' betaamt kan mijn allereerste 'natiegevoel' uiteraard enkel het Antwerpse zijn en nu ik ook in Brussel les geef maak ik zelfs aanspraak op het etiket van 'ketje'.)

Ik werd mij van die 'meervoudige identiteit' dan wel sterker bewust, in latentere vorm blijkt die bij veel landgenoten aanwezig. Zoals Marc Reynebeau onlangs in herinnering bracht, kenmerken de meeste Belgen zich door een lasagne-identiteit: ze voelen zich tegelijk én Belg én Vlaming/Waal/Brusselaar en vooral nog allerhande anders. Een Belgisch identiteitsgevoel maakt dus deel uit van de Vlaamse en Waalse identiteit. En omgekeerd. Eigenlijk is dat een zeer federale identiteitsbeleving.

Tiens, nu ik eraan denk: waarom zou die federale dimensie van onze identiteit eigenlijk geen territoriale invulling mogen krijgen, zoals de Vlaamse, Waalse en Brusselse? En welk deel van het territorium zou daarvoor beter geschikt zijn dan het Zoniënwoud, verspreid als het ligt over het Vlaams, Waals en Brussels gewest? Als we daar nu eens een 'federaal park' van maken, onder bevoegdheid van de federale overheid.

Van de pot gerukt? Zeker, maar niet minder dan andere plannen die nu circuleren. Als Franstalige politici dan toch zo graag een territoriale continuïteit willen tussen Wallonië en Brussel, dan moeten ook zij daar maar wat grondgebied voor veil hebben. Het zou meteen een symbolische blijk zijn van federaal engagement, iets wat we stilaan ook van Franstalige politici mogen verlangen. En wat een toeristische troef als we vakantiegangers binnenkort niet enkel naar ons land kunnen lokken met Kust en Ardennen maar ook met een waar 'Nationaal Park'! Onder de noemer: creatief met corridor.

U tekent de petitie toch ook ?!
_____________

Dave Sinardet is politicoloog aan de Universiteit Antwerpen en gastprofessor aan de Facultés Universitaires Saint-Louis in Brussel