dinsdag 15 november 2011

Peter Verhelst in De Standaard

Wie nu niet luistert, is te kwader trouw
dinsdag 15 november 2011

Bezorgd om de democratie en de toekomst waren ze, de 704 deelnemers van de G1000 vrijdag in Brussel. Maar vooral ook bescheiden en respectvol. Ze lieten elkaar uitspreken en – ongelogen – ze luisterden zelfs naar elkaar. Of de G704 dan een groepje naïevelingen was? Jazeker, zegt PETER VERHELST, maar wie hun hoffelijke roep negeert, moet wel cynisch zijn.

Ik was een van de 704 mensen, die op 11november naar de G1000 afzakten. Toen ik opgebeld werd of ik kandidaat wilde zijn (‘u bent at random gekozen'), aarzelde ik. Ik was blijkbaar niet de enige. Zeven van de tien mensen met wie ik uiteindelijk aan de gesprekstafel belandde, hadden geaarzeld, getwijfeld, en belden terug dat hij/zij toch wilde komen.

Twijfel uit weerzin? Nee, vooral uit bescheidenheid. Zelden zo veel bescheidenheid gezien als op 11november. Zelden ook zo veel hoffelijkheid meegemaakt: hoewel de gespreksgroepjes bijzonder heterogeen waren samengesteld (taal, sociale achtergrond, beroep...), heb ik vooral mensen gezien die luisterden naar elkaar, die elkaar lieten uitspreken, die kortom niet hun grote gelijk uitbazuinden. Wat een verademing.

Wie blogs leest, heeft de indruk dat het stikt van de medemensen die een discussie verwarren met gifspuiterij en decibels. Onbeleefdheid en gelijkhebberij alom. Niets daarvan op de G1000. Gewone mensen zoals u en ik, die bezorgd zijn, niet alleen om de democratie, maar vooral om de toekomst. Hoe moet het verder? Niet alleen met ons land. Maar ook met onszelf. In deze complexe, verwarrende wereld. Eén van de gastsprekers zei het al: niet alleen onze sociale zekerheid, maar ook onze bezorgdheid is gebaseerd op twee pijlers: eigenbelang en solidariteit.

Zonder geblaf en gebrul

Op 11november werd aan de gesprekstafels een conflictmodel gebruikt dat me wel aanstond: tegengestelde meningen die zachtjes tegen elkaar aanbotsen, zonder geblaf, zonder gebrul. Klinkt dat naïef? Jazeker. Want dat was het ook. Bij elk onderwerp (werkloosheid, migratie, sociale zekerheid...) werd je geconfronteerd met je frustratie: wat een complexiteit. Wat een oefening om eigenbelang en solidariteit met elkaar te laten botsen zonder dat er brokken van komen. Een naïviteit dus die tot respect leidde. Voor voorzichtigheid. En voor sérieux.

Eén ding was duidelijk. Iedereen die naar de G1000 kwam (van de 1.600 mensen die waren opgebeld, waren er 1.000 die toezegden en van de 1.000 die toezegden, waren er 704 aanwezig), iedereen die opdaagde, had één ding gemeen: stuk voor stuk wilde iedereen van de 704 gehoord worden. Luister naar ons. Spreek ons desnoods tegen. Maar luister naar ons – omdat we de indruk hebben dat onze stem (= het rode stembolletje) niet wordt gehoord.

Systeembevestigend

Wie deze roep (in volle bescheidenheid en in volle openheid) niet eens beluistert, anders gezegd: al wie de G1000 smalend afdoet als een ridicule, particuliere, systeembevestigende jamboree is te kwader trouw. Cynisch. Plat. Elke politicus die niet antwoordt op deze oproep van deze ‘volksvertegenwoordiging', is systeembevestigend (het systeem van de electorale politiek en niet van de politiek met visie). Elke politicus die zich niet verhoudt tot de G1000 (en later tot wat door 32 mensen verder zal worden uitgewerkt aan de hand van de resultaten), is zijn beroep en onze stem niet waard.