donderdag 19 juni 2008

De blakende onwetendheid van Barnard en Van Istendael

.
DS, Opinie
woensdag 6 februari 2008

De blakende onwetendheid van Barnard en Van Istendael

Hoe kleiner de kennis, hoe vlotter de pen, dacht HERMAN DE LEY bij lectuur van het 'Bericht aan weldenkend links' van Benno Barnard en Geert van Istendael. 'Deze heren waren beter aan hun cafétoog blijven hangen.'


Dat woordkunstenaars zich door taal laten meeslepen mag niet verbazen, maar in hun opiniestuk (DS 2 februari) gaat het om méér dan een onschuldige oefening in retoriek. Wat hier een literair kleedje krijgt aangetrokken, is het oude, manicheïstische denkpatroon ten aanzien van de islam en moslims. De boodschap is steeds dezelfde: Europa dient gered van een religie die voor het tegendeel staat van al onze dierbare civiele vrijheden. Dialoog is uitgesloten: een islamiet (denkt) anders, maar dan ook totaal anders… dan een welwillende, linkse, antikatholieke Vlaamse intellectueel. Die intellectuelen weten niets af van de islam. Erger nog: zij verkiezen een blakende onwetendheid.

Het opiniestuk van onze schrijvers is niet onschuldig: het is een oproep voor intolerantie en xenofobie. In het hoofddoekendebat, zo luidt het, moet uitgegaan worden van 'het wezen van de islam'. Nog voor wij ons kunnen afvragen wat dat 'wezen' dan wel zou zijn, onthullen zij ons het antwoord dank zij een 'expertise' die 'weldenkend links' schromelijk ontbeert, maar die jammer genoeg ook komaf maakt met de godsdienstsociologie en haar afwijzing van alle essentialisme. Vanuit sociologisch en historisch oogpunt, inderdaad, staan onze poëten, zoals de keizer, in hun blootje onder hun volzinnen. Niet gehinderd door wetenschappelijke terughoudendheid peroreren zij over 'het allerfundamenteelste verschil… in de theologische kern' van enerzijds judaïsme en christendom en anderzijds de islam: het onderworpen-zijn van de bijbelse God 'aan de gerechtigheid'. Abraham? Job? Augustinus? Of wat met de Moe'tazila, de islamitische theologische school die Gods rechtvaardigheid juist centraal stelde? Vandaag kent dat moe'tazilisme een revival en inspireert het vernieuwingsdenkers in de moslimwereld. Of nog inzake de geschiedenis van de islam: het instituut van de dhimma, dat in voege was tot aan het kolonialisme: de islam is de énige die het bestaansrecht van andere religieuze gemeenschappen theologisch erkend heeft.

Onze beide heren schuwen evenmin de beproefde tactiek van de twee maten: inzake islam worden alle gelovigen over eenzelfde kam geschoren: die van een 'sedert duizend jaar versteende' godsdienst; religieuze 'lauwheid' is nog het beste dat we van moslims mogen verhopen. Tegenover jodendom en christendom luidt het anders: wat bij de moslims 'lauwheid' heet, heet hier erkenning van 'een soort evenwicht… tussen de res publica en de religio'. En wat de bloedige geschiedenis betreft van Europa, worden wij gerustgesteld met de dooddoener 'dat iedere moderne christen of jood van enig intellectueel niveau zich doodschaamt voor het bloed dat aan zijn erfenis kleeft'. Voor moderne moslims 'van enig intellectueel niveau' is er geen plaats. De Arkouns, Aboe Zayds, An-Naims, Riffat Hassans, Talbi's, Zakariya's, Rana Kabbani's, Fatima Mernissi's, Amina Waduds, Ramadans, Meddebs', al-Jabri's, Laroui's, enzovoort. Maar ook de ontelbare, 'gewone' moslims en moslima's, die zich dagelijks actief inzetten voor ontwikkeling en emancipatie binnen onze pluralistische samenleving, zij mogen het allemaal vergeten. Zij zitten vast aan een 'versteende' religie. Maar dat is niet alles, wat de moderne islam betreft: de 'sedert duizend jaar versteende islam' werd, o paradox!, in de 20ste eeuw 'diepgaand geconditioneerd door het nazisme (en fascisme)'.Via Al Qaeda is de conclusie dan snel getrokken: alle moslims, vandaag, zijn op z'n minst 'verkapte' terroristen, met 'het islamitisch recht op… vrouwenonderdrukking nog als de mildste vorm van terrorisme'.

Wat die invloed van het nazisme betreft: het is een bekend feit dat bijvoorbeeld de grootmoefti van Jerusalem, Haj Amin al-Husseini, een fervent antisemiet was en de steun van de nazi's zocht (hij ontmoette Hitler in Berlijn, eind 1941; richtte een SS Moslim Divisie op die in Bosnië joden en partisanen uitmoordde, enz.). Volledigheidshalve echter dient aan dit plaatje toegevoegd dat ook zionistische terreurorganisaties toen nauwe contacten onderhielden met de nazi's: in Palestina zelf (Adolf Eichmann, in 1937) en in Berlijn. En misschien mag hier herinnerd worden aan de bijzondere methodes die zulke milities hanteerden (de Haganah, de Eenheid 101 van Sharon, e.a.) ten einde Palestina 'Arabiervrij' te maken?

Wat nochtans het meeste stoort, is het gemak waarmee beide heren omspringen met de Europese geschiedenis. Kruistochten! Inquisitie!, het worden kreten van iemand ter linkerzijde. Ze zijn 'zeer te betreuren' en we 'schamen ons dood'. Punt aan de lijn. Wat géén vermelding krijgt, is de judeocide: deze voor elke normale mens onvoorstelbaar gruwelijke uitmoording van 6 miljoen Europeanen - kinderen, vrouwen, mannen en ouderlingen - omwille van hun joods-zijn. Die ongeziene misdaad tegen de mensheid kwam er na de Verlichting en na de creatie van de lekenstaat. En neen, zij was niet zaak van Duitsers alleen: héél Europa was doordrongen van antisemitisme (zoals nu van anti-moslimisme) en de Endlösung vond in alle landen haar trawanten, ook in België.

Niet 'de islam' heeft haar op zijn geweten, wél 'christelijk Europa', als absoluut 'hoogtepunt' van 2000 jaar pogroms en jodenvervolging. Onze schrijvers bezondigen zich hier aan méér dan retoriek: door de aandacht te verplaatsen naar enkele islamistische bewegingen in het Midden-Oosten en tegelijk zedig te zwijgen over de eigen judeocide, wordt het perspectief volledig verdraaid: de schuldenlast wordt verlegd naar de moslims, als ging het om een zoveelste 'logische consequentie van de versteende godsdienst die islam heet'. Deze heren waren beter aan hun cafétoog gebleven.

Herman De Ley is voormalig directeur van het Centrum voor Islam in Europa (UGent)

Geen opmerkingen: