maandag 29 juni 2009

De Standaard-eindredactie is met vakantie

Hoofddoeken hebben ook voordelen, vindt HUGO VAN ASSCHE.
'Het maakt relaties en gezinnen stabieler.'


Als buurtbewoner van het atheneum in Antwerpen en ex-werkgever van vele moslima's ga ik akkoord met de analyse van Meyrem Almaci (DS 25 juni). Groepsdruk om de hoofddoek te dragen is er wel degelijk. Moslima's die in mijn restaurant werkten, kregen vaak kritiek van mannelijke geloofsgenoten omdat ze de hoofddoek niet droegen. Een half-Nederlands half-Congolees meisje (niet-gelovig) kreeg het aan de stok met moslimjongens omdat ze tijdens de ramadan een sigaret opstak.
Maar het dragen van de hoofddoek maakt ook deel uit van de godsdienstvrijheid en de identiteit van die meisjes. Dat verbieden getuigt van een gebrek aan respect voor hun identiteit en hun individuele keuze, zelfs al wordt die keuze hen opgedrongen. Onze wetten garanderen die meisjes dat ze later sowieso hun eigen keuzes kunnen maken. Laat het hun verdienste zijn, als zij later kiezen om niet meer toe te geven aan die groepsdruk.
Maar er is meer. Om je aan groepsdruk te kunnen onttrekken, moet je sterk staan. Momenteel zitten moslima's met hoofddoeken niet in die sterke positie. Ze hebben hem nodig. Ze zien bovendien ook dat de situatie van de autochtonen in de buurten waar ze wonen, meestal niet bepaald benijdenswaardig is. Die leven vaak in een spirituele woestenij van kapot gerukte gezinnen met veel drank- en drugmisbruik. Velen hebben hun geloof vervangen door astrologie, of gaan te rade bij een of ander medium in buurt. Ook op financieel vlak lijken de allochtonen in de buurt het beter te doen dan de autochtonen. Het geloof legt duidelijke leefregels op, en maakt relaties en gezinnen stabieler. Dat is heel wat voor die mensen. Voor hen die het niet breed hebben, is een echtscheiding iets wat hen voor altijd in uitzichtloze armoede kan doen belanden. Geloof me, als je arm bent, is je keuzevrijheid ook beperkt. Het geloof en bij uitbreiding de hoofddoek, kunnen helpen om zich tegen die dreigende chaos te wapenen.
Mij lijkt het in elk geval een verademing voor de buurt als ik na school die nette meisjes met hun hoofddoek braaf naar huis zie wandelen. Wat een contrast met de dagelijkse miserie van het De Coninckplein en de straatprostitutie van een paar jaar geleden.
Met alle begrip voor de directie van het atheneum, ze namen die beslissing ongetwijfeld in eer en geweten, en met emancipatorische doeleinden, maar dit lijkt mij niet de manier. Het is niet de taak van de school om tegen de levensbeschouwing van ouders en jongeren in te gaan. Dat is 19de-eeuws.
Een school bevindt zich in een bepaalde maatschappelijke context en moet respect hebben voor de mening van ouders. Onze samenleving garandeert het individu bepaalde rechten en bescherming, maar ze is nog altijd niet in staat persoonlijke netwerken en de familie te vervangen. We moeten de zelfredzaamheid verhogen, de omstandigheden creëren waarin iedereen zijn eigen keuzes kan maken. Maar die keuzes moeten jongeren uiteindelijk nog altijd zelf maken.