woensdag 13 januari 2010

Hendrik Vos over een hem grondig onbekend onderwerp: democratie

.
DEMOCRATIE IN ACTIE TE ZIEN IN HET EUROPEES PARLEMENT
Is de EU ondemocratisch? 
Niet als je kijkt hoe de kandidaat-Europees commissarissen tegen het licht worden gehouden.
HENDRIK VOS vindt dat België, waar ministers hun expertise niet moeten bewijzen, daar nog wat van kan leren.
Over het democratisch gehalte van de Europese Unie wordt er heel wat afgemopperd. Toen Herman Van Rompuy (CD&V) onlangs als eerste Europese President werd aangewezen, glommen wij weliswaar van trots en contentement, maar in de andere lidstaten oefenen ze zich nog altijd in het uitspreken van zijn naam. Erg transparant is het toen allemaal niet verlopen. De reflex van staats- en regeringsleiders om zelf te beslissen over dit soort van topfuncties is begrijpelijk, maar geeft munitie aan de sceptici die de Europese Unie maar een duister complot vinden.

Dat is spijtig, want eigenlijk valt het in de Europese Unie met die democratie nog behoorlijk mee. Geregeld kunnen de lidstaten trouwens wat opsteken van de Europese manier van werken. Zoals deze week, tijdens de hoorzittingen van de kandidaat-commissarissen. Het zit zo: om de vijf jaar wordt er een nieuwe Europese Commissie aangewezen. Dat is een belangrijke oefening, want de Commissie is het dagelijks bestuur van de Unie. In een eerste fase wordt er gezocht naar een voorzitter. De staats- en regeringsleiders van de lidstaten suggereren een kandidaat en het Europees Parlement moet daarmee instemmen. Dat gebeurde deze zomer: José Manuel Barroso werd voor een tweede ambtstermijn naar voor geschoven en het parlement heeft daar, weliswaar na enige aarzeling en een bocht van de liberalen, mee ingestemd.

In een tweede fase wijst elke lidstaat een kandidaat-commissaris aan, waarna voorzitter Barroso een portefeuilleverdeling uitwerkt en op die manier een nieuw team samenstelt. Die ploeg moet vervolgens het vertrouwen krijgen van het Europees Parlement. Het Parlement neemt die taak heel ernstig. Zo heeft het de gewoonte om elke kandidaat-commissaris grondig te screenen. De meeste aandacht gaat daarbij naar het mondelinge examen: de hoorzittingen, die momenteel aan de gang zijn.

Elke kandidaat-commissaris wordt drie uur lang ondervraagd. Tijdens zo een toets wordt gepeild naar de competentie van de kandidaat en zijn kennis van de portefeuille waarvoor hij wordt voorgedragen. Ook zijn reputatie, communicatievaardigheden en ‘Europese overtuiging' worden kritisch bekeken.

In de nationale politiek loopt dat wel anders. Wie bij ons als minister wordt voorgedragen, moet op geen enkel moment blijk geven van enige expertise in zijn domein. Het is best mogelijk dat Ingrid Lieten van nature expert is in armoedebestrijding, alles weet over de media en zich de voorbije jaren bij wijze van hobby heeft ingewerkt in de wetgeving op overheidsinvesteringen. En misschien waren de uitspraken van Joke Schauvliege over haar zicht op het Vlaamse culturele veld in Terzake een spijtige onoplettendheid, en kent ze in realiteit de materie van binnen en van buiten. Het is goed denkbaar dat Pascal Smet niet alleen onderwijs genoten heeft, maar ook een groot kenner is van alle beleidsthema's waarmee scholen te maken krijgen. Alleen weten we dat niet. Het moment waarop iemand als minister wordt voorgedragen, vraagt het parlement bij ons niet om enige blijk van bekwaamheid. Met haar cultuuruitschuiver zou Schauvliege in Europa in elk geval niet makkelijk zijn weggekomen. En de grapjas uithangen in het Parlement, dat pakt in Europa al helemaal niet.

Homoseksualiteit

Voor de kandidaat-commissarissen is zo een hoorzitting geen gemakkelijke oefening. Ze worden ondervraagd door parlementairen die expert zijn in het domein. De kandidaten kunnen geen helplijnen inroepen en zich geen feitelijke fouten permitteren. Bovendien moeten ze ook een visie hebben die het Parlement overtuigt. Vrijblijvend is de oefening al evenmin. Dat bleek bij de samenstelling van de vorige Europese Commissie. De Voorzitter werd er toen toe gedwongen om een van de sollicitanten een lichtere portefeuille te geven en twee kandidaten te vervangen. De bekendste was Rocco Buttiglione, een conservatieve Italiaan voor wie homoseksualiteit een onsmakelijke ziekte was. Het Parlement struikelde over deze uitspraken en vond hem vooral verkeerd gecast: hij werd immers voorgedragen voor de portefeuille Justitie, waarbij hij ook verondersteld werd om te waken over fundamentele rechten.

Dit keer zal het vermoedelijk niet zo'n vaart lopen. Dat komt vooral omdat de lidstaten na de ervaring van de vorige keer beseffen dat ze stevige kandidaten moeten voordragen. In het huidige team zit op het eerste zicht geen charlatans. En Barroso lijkt de portefeuilles verstandig te hebben verdeeld, door de zware bevoegdheden te geven aan politici met een sterke reputatie. Maar verrassingen zijn nooit uit te sluiten en wie voor het Europees Parlement door het ijs zakt, moet onvermijdelijk op zoek naar een andere baan.

De hoorzittingen zijn deze week allemaal rechtstreeks te volgen op internet, in meer dan twintig talen, live gestreamd. Op facebook kan iedereen zijn gedacht kwijt over de prestaties van de kandidaat-commissarissen. Flickr publiceert foto's van de ondervragingen en belangrijk nieuws wordt onmiddellijk verspreid via twitter. Wie het democratisch gehalte van de Europese Unie op de korrel neemt, moet misschien beginnen met de aanschaf van een internetabonnement.

HENDRIK VOS
Wie? Hoogleraar Europese politiek aan de UGent.
Wat? De EU is nog lang niet zo ondemocratisch als haar tegenstanders beweren.
Waarom? Elke burger kan volgen hoe kandidaat-commissarissen urenlang op de rooster worden gelegd.

Geen opmerkingen: