zaterdag 10 januari 2009

De juridische vloek van een hersenloze

.
De Standaard, 7 januari
Kil en meedogenloos

PAUL QUIRYNEN heeft het er moeilijk mee dat zware criminelen soms door procedurefouten vrijkomen. Gelijk halen is voor sommige juristen blijkbaar belangrijker dan recht doen zegevieren, en dat soms met zware gevolgen.

Als raadsman van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding heb ook ik gisteren in Gent bijna lijdzaam moeten toezien hoe enkele criminele mensenhandelaars - zwaar gestraft in eerste aanleg door de correctionele rechtbank in Dendermonde - de vrijheid krijgen na een bittere procedurebetwisting die beslecht werd in het voordeel van de daders en die leidt tot hun onmiddellijke vrijheid.

Slachtoffers van misdrijven ondergaan helaas grotendeels deze proceduregevechten en niemand heeft oog en oor voor het feit hoe kwetsend en pijnlijk het kan zijn voor slachtoffers die nu ook nog worden geconfronteerd met daders die glorieus zegevieren na een procedurestrijd.

Als jurist heb ik een bepaalde waardering voor het analysevermogen en de juridische spitstechnologie van enkele advocaten , die steeds het voortouw nemen bij 'procedureoorlogen' met het Openbaar Ministerie en wiens overwinningen bejubeld worden door confraters die deze resultaten aanwenden ten voordele van hun cliënten en daders.

Als mens blijf ik worstelen met de ideologie van de procedurepleiter die bij gelegenheid van het proces-Van Noppen werd verwoord door confrater Hans Rieder (DS 8 juni 2002): 'Het kwaad fascineert me niet. Ik ben een echte technicus. Ik heb geen gevoel bij mijn werk. Ik beschouw mijn optreden in de rechtszaal als het ingrijpen van een chirurg tijdens een operatie. Wie daar ligt en hoe dat zo gekomen is, en wat die patiënt of zijn familie daarover denkt, laat mij ijskoud. Interesseert me niet. Dat is werk voor andere mensen. Iedereen moet bij zijn vak blijven. Ik blijf bij mijn wetboek.'

Als advocaat moet ik iedere dag belangwekkende keuzes maken bij het spreken met mensen en het behandelen van dossiers. Is het mijn aanvoelen als mens dan wel als jurist dat mij moet bezielen en inspireren. Mijn overtuiging is dat ook elke advocaat een vorm van maatschappelijke verantwoordelijkheid blijft behouden.

De opdracht van ieder advocaat wordt omschreven in artikel 444 van het gerechtelijk wetboek: 'Ter verdediging van het recht en de waarheid…' Proceduregevechten maken de facto volledig abstractie van 'recht en waarheid' omdat ze enkel gefocust zijn op de vraag of iedere 'regel' correct is nageleefd zoals wettelijk bepaald. Zoals mijn computerprogramma screent naar fouten binnen het systeem, worden gerechtelijke procedures uitgevlooid tot de laatste punten en komma's.

Men eist de perfectie als norm van iedere actor van justitie en van ieder mens en/of orgaan dat plichtsbewust zijn taak heeft willen vervullen binnen het kader van justitie. Men vergeet daarbij dat uiteindelijk recht spreken een taak is van 'mensen' en dat oordelen over vaak tragische situaties niet éénduidig is. De mogelijkheid dat mensen zich te goeder trouw vergissen wordt niemand meer gegund. Wie intellectueel eerlijk is, doch een verkeerde inschatting maakt, wordt genadeloos afgestraft.

Gewone mensen verstaan niet dat een beoordelingsfout kan leiden tot de vrijlating van misdadigers. Er is een fundamentele discrepantie tussen oorzaak en gevolg. Met deze procedureoorlogen verliest de samenleving andermaal vertrouwen in de justitie, omdat het toch moeilijk te aanvaarden is dat mensenhandelaars en andere topcriminelen 'zomaar' in vrijheid worden gesteld. Dit gebeuren is fundamenteel onrechtvaardig en ook onwaar. Een samenleving mag verlangen dat zware criminelen niet zomaar ontsnappen aan hun straf. Ook moet nagedacht worden over het onevenwicht tussen de aard van sommige vergissingen - vaak onbewust en ook te goeder trouw gebeurd - en de verstrekkende en soms onrechtvaardige gevolgen.

Uiteraard pleit ik niet tegen het legaliteitsprincipe doch wil ik alleen mijn zorg verwoorden dat justitie alleen werkbaar blijft vanuit het besef dat fouten kunnen gebeuren, maar dat we ook in die omstandigheden gerechtigheid en rechtvaardigheid dienen na te streven. Een juridisch systeem om een samenleving leefbaar te houden voor medemensen is slechts gemaakt op mensenmaat en juist daarom niet perfect. Als er dan toch een procedurefout gebeurt kan dan beter in verhouding gesanctioneerd worden dan met de onmiddellijke vrijlating van zware criminelen.

Wie is anders nog bereid om binnen de politiek en/of justitie verantwoordelijkheid op te nemen wanneer haviken toezien dat ieder discussiepunt steeds weer aanleiding is voor bittere betwistingen? Is er vandaag nog wel respect voor een mens die op integere wijze zich wil engageren binnen de wereld van de justitie of de politiek? Fundamenteel beleid naar de toekomst toe wordt erg moeilijk wanneer het handelen of spreken van iemand steeds 'destructief' wordt benaderd en men iemand de kans zelfs niet meer geeft om zijn eigen handelen op genuanceerde wijze te rechtvaardigen. Het kille principe 'ik heb gelijk' primeert vandaag op het alternatief 'laat ons samen zoeken naar een rechtvaardig vergelijk.'

Paul Quirynen is advocaat en plaatsvervangend vrederechter.
.

Geen opmerkingen: