vrijdag 29 augustus 2008

Het wordt tijd dat iemand bij De Standaard zijn pen vasthoudt



Kan Didier Bellens, de veelbesproken baas van Belgacom, al dan niet aan het hoofd blijven van dit telecombedrijf? En zo ja, onder welke voorwaarden moet dat gebeuren? Moet hij dan salaris inleveren? En verandert er iets aan de samenstelling van de raad van bestuur van dit bedrijf, dat nog steeds voor meer dan de helft in handen is van de Belgische staat? Over die vragen moet het vers uit vakantie
teruggekeerde kernkabinet zich vandaag buigen.
Bellens, de man met het riante salaris en de ‘gouden parachute’ van 8 miljoen euro, is niet onbesproken. Hij communiceert intern en extern slecht, is gesloten, achterdochtig en arrogant, joeg heel wat competente managers de deur uit en leeft op meer dan gespannen voet met zijn raad van bestuur. Maar je kan de man niet verwijten dat hij een slechte Belgacom-baas is. Zijn bedrijf doet het operationeel en financieel goed, hij stelt zich onafhankelijk op ten opzichte van de politiek en hij heeft een strategische visie.
Dat zijn mogelijke herbenoeming zon heikel politiek dossier geworden is, dat rondgestrooid wordt op de straatstenen van de Wetstraat, heeft dan ook minder te maken met Didier Bellens zelf dan met de omgeving waarin hij gevraagd wordt te functioneren. Bellens zelf mag inderdaad een wat minder sympathiek persoon zijn, de man zit om te beginnen opgezadeld met een politiek benoemde raad van bestuur. Ondanks het aanzienlijk aantal bestuurders blinkt die raad niet meteen uit door een teveel aan expertise maar probeert hij intussen wel, zo bleek de voorbije dagen opnieuw, bevoegdheden van de ceo naar zich toe te halen.
Nog belangrijker is de vaststelling dat de Belgische overheid als meerderhei dsaandeel houder geen blijk geeft van een langetermijnvisie op het bedrijf. De staat zit nu gewrongen tussen zijn rol van belangrijke aandeelhouder en die van regulator van de sector. Er is geen enkele valabele reden voor het behoud van een meerderheidsbelang van de overheid in Belgacom. De meerwaarde van de politieke inmenging in het bedrijf is negatief.
Dat de politieke topspelers het debat de voorbije maanden vooral hebben gevoerd over het karakter, de strategische visie, de wedde en de ontslagvergoeding van Didier Bellens, is ongetwijfeld heel valabel. Maar eigenlijk verbergt dat debat een veel fundamenteler probleem: de belangrijkste aandeelhouder blijkt niet in staat een strategische toekomstvisie op de sector te ontwikkelen en slaagde er de voorbije jaren onvoldoende in om bekwame bestuurders aan te trekken die de opdracht krijgen dat te doen.
De publieke soap rond de herbenoeming van Bellens - met onderhandelingen tegen de deadline aan, met kunst- en vliegwerk - zegt dus veel meer over de politieke beleidsmakers en hun zogenaamde goed bestuur dan over de ceo zelf.

PETER VANDERMEERSCH

Geen opmerkingen: