zondag 22 juni 2008

Leo Picard, links flamingant, in 1931

.
Vele krachten worden thans door de taaltoestanden beperkt of in de taalstrijd verbruikt. Is die strijd eenmaal uitgestreden, dan zal het maatschappelijk en cultureel rendement van het Vlaams intellect ongetwijfeld een heel stuk groter worden.
Dan zullen ook alle echte flaminganten zonder aarzeling tegen de demagogie der Frontpartij kunnen optreden. Thans zijn er immers velen, die deze partij niet willen bestrijden, ja zelfs steunen en er voor werken, niet omdat zij het eens zijn met de algemene geest van de groep, maar omdat zij menen, dat er tegenover de domme traagheid van de Brusselse kringen, die een nog steeds al te grote invloed hebben, een elementaire zuiver-Vlaamse macht dient gevormd te worden, hoe dan ook.
Lange tijd heb ik zelf geaarzeld. In de laatste maanden echter heeft enerzijds de statuutmakerij mij overtuigd, dat het zuiver-Vlaamse element in de frontpartij door andere elementen al te zeer vertroebeld wordt en anderzijds schijnt de politieke situatie in België zich toch ook steeds meer in de zin van een volledige oplossing der taalkwestie te ontwikkelen.

[…] Persoonlijk zou ik, als flamingant, de socialisten liever in de regeringscoalitie zien dan er buiten; waar dit thans echter onmogelijk blijkt te zijn en de socialisten zelf het niet verlangen, moeten wij allen toch hopen, dat zij hun medewerking verlenen aan de oplossing van een volkomen rijp geworden kwestie en daarbij geen buiten de zaak zelf gelegen voorwaarden stellen. De partij telt trouwens genoeg goede flaminganten en leiders van helder doorzicht om die hoop zeer gewettigd te doen zijn.

Leo Picard, 1931
Vlaanderens toekomst te koop aangeboden
Het federaal statuut der Frontpartij


In: Van Vlaamse Beweging naar Sociale Revolutie
(Verspreide geschriften)
1961, Uitgeverij Ontwikkeling, Antwerpen pp.125 e.v.
.

Geen opmerkingen: